Twee kanten van de lijn
Je herkent het vast wel, op het veld staat een groep cursisten met hun hond om de instructeur heen. Deze legt, vol passie, de oefening uit.
Alle cursisten luisteren goed naar de uitleg en gaan vervolgens, op de aanwijzingen van de instructeur aan de slag. De instructeur loopt rustig rond en bekijkt wat de cursisten aan het doen zijn. Heel tevreden bekijkt hij hoe langzaam maar zeker de oefening wordt uitgevoerd. Zo hier en daar is nog wat extra uitleg nodig want natuurlijk doen niet alle honden meteen wat er van hen verwacht wordt. Soms ie de beloning te laat of de cursist te onhandig maar over het algemeen lukt het iedereen om de oefening uit te voeren. Geduldig legt de instructeur het vervolg uit en geeft hij of zij ook aan wat je thuis nog kan doen.
Op naar het vervolg van de oefening. Weer een passievolle uitleg en weer gaan de cursisten aan de slag.
Nu ziet de instructeur een combinatie die het vervolg van deze oefening niet voor elkaar krijgt en neemt, natuurlijk, meteen actie. Hij of zij bekijkt kritisch wat de combinatie aan het doen is en achterhaald waarom het niet lukt. Geduldig worden tips gegeven waarmee de oefening wel zou moeten lukken. Helaas, dat gebeurt niet. “Laat maar zitten” zegt de cursist, “dit lukt ons toch niet”. Of “deze oefening is voor mijn hond echt te moeilijk”. Of de cursist blijft stug volhouden met de methode die niet werkt.
Hoe ga je hier als instructeur mee om? Het is voor jou, als instructeur, namelijk volkomen duidelijk dat deze combinatie de oefening met het grootste gemak zou moeten kunnen uitvoeren. Je botst hier alleen tegen een overtuiging van de cursist. Wat is de positieve intentie van deze overtuiging en doet deze cursist dit vaker en ook in andere situaties?
Wat gebeurt er met de hond als deze cursist “besluit” dat het toch niet gaat lukken?
Het is boeiend om te bekijken wat je als instructeur nog meer kan dan alleen technieken (vaardigheden) aanreiken om de oefening tot een goed einde te brengen.
Hoe zou het zijn als je aan de slag zou kunnen gaan met de overtuigingen van deze cursist, zodat niet alleen de oefening toch gaat lukken maar ook deze cursist in andere situaties zijn of haar overtuigingen zou kunnen bijstellen.
Dan ben je niet meer alleen instructeur, dan ben je aan het coachen!
Coaching zorgt ervoor dat mensen gaan inzien dat ze meer kunnen dan ze dachten, of dat ze een beter en plezieriger leven kunnen leiden dan ze nu doen. Dat ze hun mindset kunnen veranderen.
En jij, als instructeur, kunt daar een bijdrage aan leveren. Door niet alleen vaardigheden aan te reiken maar ook de cursist te coachen.
Kun je je voorstellen wat er aan de andere kant van de lijn gaat gebeuren als de mindset van de cursist verandert? Als hij of zij niet meer “overtuigt” is dat het niet kan, maar gaat zoeken naar manieren waarop het wel kan?
Zowel cursist als hond groeien hiervan en, dat is het prettige neven effect, jij ook!
Let’s Qynnect!